DE GESCHIEDENIS VAN DE HUIZEN
226
No. 13.
Na de dood
huis No. 12
No. 13 aan
Vleugels en
burgemeester
tus 1732 het huis transporteeren
Als oudste eigenaar vermeldt het Hofboek van 1458
Willem Heijnricz. In Mei 1478 hoort de eene helft ervan
aan Pieter Lambrechtsz bij versterf van de vrouw van
genoemde Willem Heinricxz. en de andere helft Jan
Heinricxz., Alijt Heinricxz. en Heile Heinricxzsdochter
met haar man en voogd Claes Willemsz. Beide partijen
verkoopen hun helft aan heer Jan van der Capellen,
priester en kanunnik van de hofkapel. Het perceel be
staat dan uit drie erven, welke hij bijeenvoegt ,,en
dewelck him an der straetzijde after (dus aan de Hooge
Nieuwstraat) gelenget zijn, gelijck dat bij ordonnantie
ende appointement van der camere van der rekeningen
mij gebleken is ende den voirn. heeren Jan dairof heeft
in date XII dagen in Meije anno LXXXIV”. Het is niet
duidelijk of er reeds een huis op stond of dat dit eerst
door heer Jan gezet is, doch in ieder geval wordt pas
ber 1682: „Mr. Marinus Dibbout van Vrijberge, raets-
heer in den raede en leenhove van Braband met Anna
Gibson, beijde woonende alhier in den Hage. Getrouwt
Stadthuijs en kercke Vrijberge weigerde echter per
soonlijk bij de huwelijksvoltrekking aanwezig te zijn of
met haar samen te wonen.
van Bonifacius van Vrijbergen kwam het
aan zijn dochter en schoonzoon Vleugels,
de zoon Marius. Een zoon van Diederick
Cornelia van Vrijbergen, Jacob Vleugels,
en raad van Tholen etc. laat op 11 Augus-
aan Manuel Lopez
Suasso. Daarmede hebben wij dan weer aansluiting
gekregen met hetgeen Mej. van Diepen in Die Haghe
van 1938, pag. 149 over No. 12 verhaalt.