OP DE LANGE VIJVERBERG 229 s) Alg. Ned. Familieblad 1884, No. 129, p. 3. perceel heeft gekocht van Mr. Adriaen Wenss(en) Raad en Pensionaris van Dordrecht. In 1610 wordt het perceel gesplitst in 2 huizen, gelijk uit het verhaalde bij Mej. van Diepen blijkt, die weer vereenigd worden als ze beiden in de tweede helft van de 17e eeuw in handen der Friesche Nassau’s komen. De drie perceelen waaruit het complex thans bestaat zijn een schepping van Manuel Lopez Suasso en diens architect uit 1755, na de slooping van het oude Hof van Friesland. No. 17 en 18. Ook hier kunnen we volstaan met enkele aanvullingen op het verhaalde bij Mej. van Diepen (Die Haghe 1946, pag. 54 vlg.). Reeds in het Hofboek van 1561 zien wij dat de beide perceelen in één hand zich bevinden, n.l. van Joost van Dam. Zij worden tot 1706 dan ook steeds als één geheel beschouwd, hoewel zij steeds als twee huizen in de cohieren der verschillende belastingen voorkomen. Johan Vranckensz. van Heemskerck, die 28 April 1616 deze huizen verkoopt aan Mr. Adriaen Theding (van) Berckhout, is dezelfde die wij ook reeds in het bezit zagen van No. 9a 8). 27 April 1622 transporteeren de erfgenamen van Teding van Berckhout ze aan Mr. Andries de Witt. Wanneer nu in 1692 Catharina Pieterson, weduwe van Anthonie Persijn de beide huizen transporteert aan Mr. Herman van den Honert, voelt Mej. van Diepen het als een hiaat, dat er geen tusschenliggende trans porten te vinden zijn. Deze hebben echter nimmer be staan, omdat in de tijd tusschen 1622 en 1692 de huizen

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1947 | | pagina 248