DE GESCHIEDENIS VAN DE HUIZEN 230 van de eene familie in de andere zijn door vererving overgegaan. Mr. Andries de Witt toch, (zoon van Cornelis de Witt Fransz. en Johanna Heijmans, geb. Dordrecht 16 Juni 1573, overl. 's Hage 26 November 1637; secre taris en pensionaris van Dordrecht, 1618 na de gevangenname van Oldenbarneveld belast met de waarneming van het ambt van Landsadvocaat tot 1621; van 20 December 1620 tot zijn dood Raadsheer in den Hove van Holland) had uit zijn huwelijk met Elisabeth van den Honert (geb. 23 Mei 1604, overl. 1653, dr. van Thomas en Ida de Jongh) een dochter Johanna, geb. 12 Augustus 1608, overl. 24 April 1662. Deze huwde 13 September 1637 met Mr. Maerten van Persijn (overl. 1666), agent van het landschap Drente bij de Staten Generaal en auditeur van de rekeningen van den Prins van Oranje, die wij met zijn vrouw ook reeds ontmoet hebben als eigenaars van No. 96. Hun zoon, Mr.Anthoni van Persijn, geb. 23 December 1642, raadsheer in den Rade en Leenhove van Braband, huwde 15 December 1666 met Catharina Pieterson, dochter van Adriaen en Catharina van Hogenhouck. 15 April 1706 komt een splitsing der beide perceelen tot stand, wanneer Herman van den Honert No. 17 verkoopt aan Evert van Ourijck, chirurgijn; belen dingen: W. de princesse van Nassau, O. de verkooper; en No. 18 aan Jacob Frederick van (Beijeren van) Schagen, heer van Heenvliet, belendingen O. het loge ment van Dordrecht, W. Evert van Ourijck. Daarna heeft elk huis zijn eigen historie, gelijk Mej. van Diepen die op pag. 56 en 57 vlg. verhaalt.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1947 | | pagina 249