OP DE LANGE VIJVERBERG
233
16
staende an de Noortzijde van de Hoge Nieuwestraet
strecken, te gunnen en te verleenen hem suppliant op
alsulcke jarelijcke recognitie als Uwer E. bevinden
sullen te behoren”.
Dat dit onbaatzuchtig aanbod door de omwonende
niet op de juiste prijs werd gesteld, blijkt wel uit een
request-antidotaal opgesteld door deken, kapiteins,
hoofdmannen, en vaandrigs van de St. Sebastiaens
schutterij, Aelbrecht Hillebrantsz, Dirck Muijser, Vre-
derick Meeusz., Mr. Gerrit Hamel, de weduwe Jan
Jansz. van der Elburch en de weduwe Corstiaen de
Peerdeberijder, allen „gebuijren woonachtig int Voor
hout omtrent de Leijsse wagens alhier”, waarin zij
krachtig protesteeren.
Pieter Bor, de Rentmeester-generaal voor Noord-
Holland, in wiens handen het request is gesteld, zendt
het door naar de magistraat van Den Haag, wier advies
daarop luidt: ,,dat daerdeur de Heerestraete commende
uijte Hoege Nijeuwestraet ende in sunderheijt het reijni-
gen van de gooten aldaar grotelicx soude werden
geincommodeert, dat insgelicx verhindert soude werden
de peerdemerct, het op en afgaen van de wagens oppet
veer aldaer, het ververschen van de paerden en reijnigen
van de wagens in den Vijver, passeren ende repas-
seeren nae den Doelen ende ’t Hoff, behalve dat de
confrerije van St. Sebastiaens schutterije alhijer beno
men soude werden het uijtsicht ende prospeck mits
gaders het marcheren ende trecken in t doen van
heurluijder wapenschouwen, uijtgenomen noch het
uijtsicht van de gemeene buijren”, en zij dus in over
weging geven het gevraagde af te staan.
Met dit advies schijnt de rekenkamer zich vereenigd
te hebben, en hieraan is het te danken, dat de Vijver
berg slechts 19 en geen 20 huizen telt.