KONING LODEWIJK EN 16 r Want nu moest hij aftreden als Secretaris-Generaal der Posterijen, zijn taak bij de „Cijfers” neerleggen en ook uit het gemeentebestuur van Den Haag scheiden. Daar bij kwam, dat de Koning einde 1807 zijn residentie naar Utrecht had verplaatst, zoodat Van Toulon daarheen moest verhuizen, zijn gezin echter voorloopig te ’s Gra- venhage achterlaten. Want Lodewijk was ongedurig. Inderdaad verlegde hij de residentie al vrij spoedig naar Amsterdam... 30 September 1808. Lodewijk ontbiedt Van Toulon. Overrompelt hem met de aanstelling tot Hoofdofficier van 's Gravenhage. Van Toulon protesteert. Lodewijk houdt vol. De ander weigert. Lodewijk blijft aandringen, wordt al zenuwachtiger en dreigender. Trekt zelfs zijn degen! Ten slotte zegt Van Toulon, dat hij alleen zal gehoorzamen, wanneer de Koning het hem beveelt. „Dan gelast ik het U” zegt deze. Maar voegt er bij, dat de opdracht wellicht slechts enkele maanden zal vorderen. Zoodra het Van Toulon zal gelukt zijn aan den toestand bij de politie in Den Haag een wending ten goede te geven, kan men de zaak nader bezien. De nieuwe betrekking had wel dit voor, dat hij nu weer bij vrouw en kinderen kon wonen, maar overigens voelde Van Toulon er niets voor. Noch voor den aard der werkzaamheden, noch voor het daarmede samen hangend salaris. Dit was nog naar den oud-republikein- schen trant geregeld: klein vast tractement en tamelijk ruim te beuren emolumenten. Het werd geschat op ten minste 2000 gulden meer dan hij als Staatsraad genoot (5000 gld.). Maar ieder wist, dat een man met een nauw geweten bij lange na niet zooveel uit die bijverdiensten kon kloppen. Van Toulon was integer. Maar hij had voor een talrijk gezin te zorgen. De Koning trachtte aan dit bezwaar tegemoet te komen, door het

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1947 | | pagina 27