om belastingdruk te verminderen. Gemeentebestuur en
armencommissie stonden voor een zware taak. Laatst-
vermelde haastte zich aan Van Toulon een uitvoerige
memorie te zenden, met verzoek deze aan den Koning
te overhandigen en het voorgedragene bij Z.M. te
ondersteunen. De memorie is te uitvoerig om hier te
kunnen worden opgenomen. Zij kenschetst evenwel
Den Haag’s toenmalige ellende zoo treffend, dat ik
meen een kort overzicht ervan te mogen inlasschen.
Een der grootste behoeften, aldus de commissie, is de
beschikking te verwerven over een lokaliteit, waarin het
steeds toenemend aantal te werk te stellen arbeiders
plaats kan vinden; alwaar ook het magazijn en de
winkel voor den verkoop van het gefabriceerde behoo-
ren te zijn. Tevens moet daar de soepkokerij worden
ondergebracht, opdat de werklieden niet verplicht zullen
zijn des middags thuis te gaan eten. Het tegenwoordige
gebouw is te klein en te ver van de soepkokerij. Noodig
is een perceel in de binnenstad dat een ruime plaats
heeft, waar de werklieden in de tusschenuren de versche
lucht kunnen inademen. Ook moet het dicht bij het
water liggen, om het garen te kunnen doen wasschen.
De commissie meent, dat het gebouw, destijds gediend
hebbend als ministerie van Commercie en Koloniën,
staande aan het Blijenburg 3), aan de meeste vereisch-
ten voldoet, al ligt het dan niet bepaald in het centrum
der stad. Zij zou het liefst dat perceel voor de armen
inrichting in eigendom verkrijgen, om daarop hypotheek
te kunnen nemen voor de kosten van inrichting en
onderhoud. Maar ook dankbaar zijn wanneer zij het in
gebruik kon krijgen, mits de opzichter der Landsgebou-
KONING LODEWIJK EN
20
3) Thans Krijgsgeschiedk. Archief. Het huis eertijds bewoond
door Cocnraad van Beuningen.