„DIE HAGHE” OVER 1946
313
Mr. R. Bijlsma, die reeds verscheidene voortreffelijke
historische voordrachten voor Die Haghe heeft gehou
den, trad op 12 April op met een voordracht over: De
Zeemogendheden in het najaar van 1792. Ook nu weer
oogstte de spreker met zijn doorwrochte studie alge-
meenen bijval.
Tot besluit van het winterseizoen sprak Dr. M. D.
Ozinga op 26 April over: De Haagsche Monumenten
onder invloed der Lodewijk-stijlen. Ook deze bevoegde
spreker boeide de talrijk opgekomen leden zeer. Het was
alleen te betreuren, dat, tengevolge van het ontbreken
van bediening der projectielantaarn, de vertooning der
lichtbeelden geen vlot verloop had.
Naar oud gebruik waren ook dit jaar de bijeenkomsten
tot dusver in Pulchri Studio gehouden. De honger naar
vergaderzalen of wel lokalen des vermaaks was echter
oorzaak, dat de Lodewijk XV-zaal heelemaal niet meer
was te krijgen en dat Die Haghe zich moest vergenoe
gen met een kamer, welke onvoldoende was om het ver
blijdend groote aantal leden, dat de bijeenkomsten bij
woonde, te herbergen. Daar kwam nog bij, dat de be
spreking zeer lang van te voren moest geschieden.
Daarom werd naar een andere, meer passende, gele
genheid uitgezien. Deze werd gevonden in de ruime zaal
van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs in de statige,
aan de Prinsessegracht gelegen, behuizing.
Op 21 November werd deze zaal „ingewijd”. Al^
spreker trad op Dr. L. Brummel, die tot onderwerp had:
Uit de geschiedenis van de Koninklijke Bibliotheek. De
verheugend groote opkomst beloonde wel het speuren
naar een geschikter vergaderlokaal. Spreker gaf een uit
voerige uiteenzetting van het ontstaan en de ontwikke
ling van de bibliotheek. Na de pauze deelde de spreker,
op een vraag van een der leden, het een en ander mede
21