Mr. LODEWIJK VAN TOULON
23
4) Alg. Rijksarchief. Arch. Staatssecretarie No. 6149.
Nu kwam Lebrun, due de Plaisance, als Stedehouder
des Keizers te Amsterdam zetelen. Bij besluit van 30 Juli
hief hij den Raad van State op, met ingang van
1 Augustus. Daar de justitieele werkzaamheden echter
tot nader beslissing moesten voortgang hebben, bleef
Van Toulon als Hoofdofficier van Den Haag nog tot
de me faire une proposition au cas qu’il faudroit quel-
ques fonds pour la mettre en état.
Je vous autorise a demander annuellement a l’Inten-
dant Génl. de ma Maison les fonds, que j’avois coutume
de donnet a eet institut lorsque j’étois a La Haye.
J’accorderai suivant votre proposition la fourniture de
tous les effets de manifacture pour les pupilles royaux
et autres établissements militaires établis a La Haye a
L’institut des Pauvres, pourvu que ces effets (ne)
soyent pas plus chers que ceux dont on se sert a présent.
Monsieur Hultman doit la dessus faire une proposition
officielle aux Ministres de l’intérieur et de La Guerre”.
Daarop volgt de hierboven al aangehaalde zin betref
fende Van Toulon’s voorloopige tractementsverhooging.
De Koning benoemde hem ook tot lid van een com
missie van drie (met Hultman en Rengers) om te advi-
seeren omtrent een algemeene regeling van het armen
wezen. Van Toulon trad op als voorzitter. Het rapport
is wel uitgebracht4), maar gevolgen had het niet, want
in den zomer van 1810 had Lodewijk zich gedwongen
gezien afstand te doen van den troon. Even later hield
zijn koninkrijk op te bestaan. Bij decreet van 9 Juli 1810
lijfde Napoleon dat, wat hij er nog niet van had afge
kapt, bij Frankrijk in.