Mr. LODEWIJK VAN TOULON 29 een diepen indruk ge- Hij besloot zich voortaan van alle Toen in 1795, na het binnenrukken der Fransche troepen, de Patriotten het heft in handen namen, drong Van Toulon zich niet naar voren. Gezien zijn begaafd heid en het nijpend gebrek aan goede krachten onder de zegepralende groepen, mag men gerust aannemen, dat, indien hij zijn ellebogen had willen gebruiken, voor hem wel dadelijk wat meer zou zijn te verwerven ge weest, dan een plaats in de schepenbank van Den Haag en, kort daarna, de betrekking van commies-generaal der Posterijen van Holland. Voor deze laatste functie zal hij wel zijn aanbevolen door den Secretaris bij dat dienstvak, Mr. S. E. Croiset, die met een tante van Van Toulon's vrouw gehuwd was. Ongetwijfeld heeft Croiset mede bewerkt, dat de Nationale Vergadering, bij besluit van 25 Maart 1796, zijn neef, als adjunct, aan hem toevoegde in zijn betrek king van Secretaris der Cijfers van Staat. Want zelfs Zijn moeder mocht niet eens bij haar zuster en zwager te Amsterdam een onderdak vinden. Hijzelf moest onderduiken in een tuinhuisje te Wassenaar. Het ouder lijk huis werd beschadigd en geplunderd. En toen hij het na eenigen tijd waagde zich wederom op zijn bureau aan te melden, beduidde men hem, dat hij heel dankbaar moest wezen, dat men hem in dienst wilde houden. Van eenige kans op bevordering kon echter geen sprake zijn. Bij de amnestie van 1788 bleef zijn vader uitgesloten. Pogingen van familieleden, die voeling hadden met de heersende partij, om den zoon te helpen werkten niets uit. Deze gebeurtenissen hadden maakt op den jongen man. op den achtergrond te houden, zich te spenen staatkundige heftigheid.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1947 | | pagina 41