Mr. LODEWIJK VAN TOULON
33
11Alsvoren 158 f.
12) Onnauwkeurig. Slicher
taris geweest.
en Van Hees wel. Caan was secre-
waarom de begeeving spoediger zoude moeten ge
schieden” 11
Provisioneel. Nadere Schikkingen... Men gaat onwil
lekeurig de ooren spitsen. Maar de notulen zwijgen.
Wat is nu gebeurd tusschen de vaststelling van het
reglement van orde en het bekokstoven van de secrete
conventie van 3 Juli 1804?
Met zekerheid weten we het niet. Maar in zijn auto
biografie komt Van Toulon onze nieuwsgierigheid
eenigszins te hulp. Hij vertelt daar n.l. dat in den Raad
vier heeren zitting hadden, die voor 1795 al lid van de
regeering van Den Haag waren geweest12Zij wilden
de geremoveerden herplaatsen. Blijkbaar door degenen,
die op dat oogenblik de betrokken ambten vervulden,
te ontslaan. Want Van Toulon zegt hiertegen te zijn
opgetreden met het argument, dat, al keurde hij begane
onrechtvaardigheden af, hij zich moest verzetten tegen
een herstellen daarvan door het begaan van nieuwe
onrechtvaardigheden. Waarschijnlijk kozen de andere
vier leden zijn zijde, zoodat de voorstellers in de min
derheid bleven. Dienzelfden avond werd Van Toulon
bij een lid van het Staatsbewind ontboden om zich te
verantwoorden over zijn tegenwerking. Hierin slaagde
hij naar ’t schijnt zoo goed, dat op den volgenden mor
gen Van Hees hem aansprak, leedwezen betuigde over
het voorgevallene en verzekerde met hem te willen
samenwerken. Daarna, zegt Van Toulon, heeft de Raad
besloten, dat bij gewone vacaturen de geremoveerden
bij voorkeur zouden in aanmerking komen.
Jammer, dat in de autobiografie geen data en, behalve