DE HEER LEYDEN EN DE
44
T.z.p. bl. 663 bovenaan.
zoo
zijn artikel blijkt. Voor
van den naam in het
en de Houtmarkt. Ik
het Haagsche geval zoowel tegen de
toepassing van de stelling: Houtweg is Koningsweg als
tegen de uitspraak, dat de Houtstraten naar de Hout
markt gedoopt zijn, ernstige bezwaren te opperen vallen.
Alvorens op de beweringen van den heer Leyden
nader in te gaan, zal het nuttig zijn een kort overzicht
te geven van de met ,,hout” samengestelde namen van
straten en wegen, die binnen de grenzen van het tegen
woordige Den Haag voorkomen. Daar zijn dan voor
eerst twee Houtstraten (de Lange en de Korte Hout
straat), een Houtmarkt en twee Houtwegen, terwijl we
de reeks volledig zullen maken door er ook in op te
nemen den Benoordenhoutschen en den Bezuidenhout-
schen Weg, omdat zij oudtijds ook onder de benaming
van Houtweg voorkwamen. Al deze straten en wegen
op een der Houtwegen na hebben sedert de oprichting
der gemeenten steeds in de gemeente 's Gravenhage
gelegen. Die eene uitgezonderde Houtweg behoorde
Het verband tusschen koningswegen en wegen, die
Houtstraat heeten, is gegeven in de stelling van den
schrijver9), dat de koningswegen voornamelijk onder
drie benamingen voorkomen, te weten als Koningsweg,
als Heerenweg en als Houtweg, waarbij hij dan in
sommige gevallen Houtstraten als de latere nakome
lingen van oude Hout-, d.z. Koningswegen (of gedeel
ten ervan) aanziet. Deze stelling past de schrijver toe
op een van de Houtwegen, die thans in de gemeente
Den Haag voorkomen, maar wil hij niet laten gelden
voor de Houtstraten in die gemeente, zooals uit de
juist aangehaalde zinsneden van
deze zoekt hij den oorsprong
verband tusschen deze straten
meen, dat er voor