DE HEER LEYDEN EN DE
48
daarbij
en
13) Th. Morren, Haagsche straatnamen I Die Haghe 1910, II
1911.
14) F. Kerdijk, Haagsche straatnamen, 1935.
15) Haagsche Courant, 6de blad, 19/7/1935.
studies aan de Haagsche straatnamen wijdde en
zeer kritisch te werk ging, brengt de namen Lange
Korte Houtstraat benevens Houtweg (Den Haag) zon
der aarzelen in verband met het Bosch (Den Hout) 13).
De heer Kerdijk, die de Haagsche straatnamen in 1935
opnieuw bewerkte, vereenigt zich met deze afleiding,
want bij beide Houtstraten teekent hij aan: leidende
naar het Hout of Bosch 14
Het doet daarom in niet geringe mate vreemd aan
den heer Leyden met groote stelligheid te hooien ver
kondigen, dat de beide Houtstraten in verband met het
bestaan van een Houtmarkt moeten worden gebracht.
Zoodoende zette hij zijn lezers een eigen opvatting voor,
zonder dat hij de door de Haagsche topografen voor
gestane afleiding trachtte te weerleggen. Het is overi
gens nog na te gaan, hoe de heer Leyden van Morrens
opvatting, die hem goed bekend was, tot zijn eigen
verklaring omgezwaaid is. In 1935 vermeldde hij de
Korte en Lange Houtstraat met bijvoeging tusschen
haakjes „die volgens Morren hun naam aan het Voor
hout hebben te danken en buitendien op de Houtmarkt
betrekking kunnen hebben” 15Let wel, die Houtmarkt
haalt niet Morren, maar de heer Leyden er bij! Vijf
jaar later heet het dan (in de reeds boven aangehaalde
bijdrage), dat er onder de Houtstraten zijn, o.a. die in
Den Haag, welke met voormalige Houtmarkten in ver
band moeten worden gebracht. Morrens verklaring, in
1935 door de toevoeging van volstrekt eigen vinding
van den heer Leyden over de Houtmarkt reeds ver-