TOPOGRAFIE VAN DEN HAAG
51
verbinding met den Leidschen Straatweg onduidelijk
blijft.
De Houtweg van Loosduinen is echter in velerlei
opzichten merkwaardig. De groote kaart van Delfland
door Cruquius van 1712 leert dat een reeks slooten het
onmiddellijke verlengde van dezen weg vormde, met
een einde op den Monsterschen weg ongeveer ter
plaatse waar de aloude Rijnweg van Monster aftakte.
Uit het Kaartboek der Abdij Loosduinen blijkt boven
dien dat de Houtweg ook voorbij de tegenwoordige
dorpskerk nog een verlengde had. Langs dit verlengde
bestond een zg. „groene berg”, waar Beelaerts van
Blokland de voormalige ligging van een burcht of ver
sterkte plaats mogelijk acht. En niet ver naar het westen
ontmoeten wij, als een dwarsweg, de tegenwoordige
Orberlaan van Loosduinen, een verbastering van den
oorspronkelijken naam Oudenburgerlaan, naar een
nederzetting Oudenburg, waarvan de ligging thans niet
meer kan worden bepaald. Naast deze Oudenburg
bestond in de late middeleeuwen hier nog een verdere
verdwenen plaats Wiltenburg. De verhouding van den
Houtweg van Loosduinen tot deze oude „burchten” is
precies dezelfde als die van den Koningsweg van Velzen
tot Kastricum, van den Heerenweg tot Den Burg op
Tessel, van het Koningspad tot Burg op Schouwen, enz.
Deze overeenkomst doet het mij aannemelijk toeschijnen
dat wij ook in dit geval inderdaad met een ouden
Koningsweg in het Westland hebben te maken. De
verhoudingen zijn hier in dubbel opzicht ingewikkeld:
eenerzijds door de opkomst van ’s Gravezande als grafe
lijke residentie, dat daardoor denkelijk ook uitgangspunt
werd van belangrijke wegen, waarvan de Rijnweg de
meest opvallende is; aan den anderen kant door de