DE HEER LEYDEN EN DE 54 in het oude dorp Loosduinen naar het zuiden strekt. Oudtijds heette deze weg in zijn geheel Loozerlaan. Thans draagt het stuk tusschen het Dekkershoekje en den Houtweg den naam Nieuwe Weg, terwijl het ge deelte tusschen den Houtweg en den viersprong in het dorp herdoopt is in Willem-III-straat. Een van de beweringen van den heer Leyden luidde, dat de Hout weg ook voorbij de tegenwoordige dorpskerk (d.i. de verbouwde voormalige abdijkapel of -kerk) nog een verlengde had en dat daarlangs een zg. „groene berg” gelegen was. Welk weggetje de heer Leyden bedoelde, is mij niet duidelijk, vooral niet omdat de plaats van den „groenen berg” er mee in verband gebracht wordt. Ik vermoed, dat het bekijken der kaarten wat vluchtig was geschied of dat zijn geheugen den heer Leyden parten had gespeeld. Geen enkele plattegrond in het kaartboek, dat van de abdij over is, of in andere kaart boeken kent dit weggetje in het verlengde van den Houtweg voorbij de abdijkerk met een „groenen berg”, die er langs gelegen zou zijn. Op deze vergissing in de ligging van den bewusten „groenen berg” kom ik zoo dadelijk in ander verband nog terug. Ik zal nu evenwel eerst ingaan op de meedeeling van den heer Leyden, dat een reeks van slooten het onmid dellijke verlengde van den Houtweg vormde. Met die opmerking wenschte hij ongetwijfeld te kennen te geven, dat die slooten iets te maken hebben met de voortzetting van den Houtweg aan gene zijde van de oude Loozer laan. Het zouden dus slooten moeten zijn geweest, die dat gedeelte van den koningsweg begeleidden of men heeft zich voor te stellen, dat de koningsweg daar tot een reeks slooten vergraven is. Nu ontleende de heer Leyden zijn voorstelling van zaken voor dit onderdeel van zijn betoog aan de kaarten van Cruquius, dus aan

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1947 | | pagina 66