DE HEER LEYDEN EN DE
56
Mon
van zelf,
Cruquius niet zonder meer mag
20) Dit gold ook voor de streek benoorden den weg naar
ster, waar in het midden van de 17de eeuw de dichter-medicus
Jacob Westerbaen de buitenplaats Ockenburg „in het dorre zand"
schiep. De afzanderijen aldaar voerden het materiaal af onder een
brug in de Monsterschen weg door naar het genoemde punt.
duinen en van het (voormalige) abdijerf. In het oostelijk
deel van het gebied tusschen het dorp Loosduinen en
den Orberweg is de ontgronding krachtiger doorgezet
dan in het westelijke, omvattende de buitenplaatsen
Madestein en Bloemendaal. Dit verschil komt duidelijk
tot uitdrukking in het grootere aantal breede water
wegen in het eerste, het gebied van Kraaiestein, terwijl
in het tweede de beboschte, hooge strook van Made
stein en Bloemendaal nog steeds onafgegrond aan
wezig is.
Benoorden den Houtweg was het uitgangspunt van
het zandvaartstelsel natuurlijk de Loosduinsche Vaart.
Deze liep echter niet langs den heerweg tot het dorp
Loosduinen door, maar wendde zich een eindweegs
daarvoor naar het zuiden, boog zich dan langs den
Houtweg naar het westen en ging bij de (oude) Loozer-
laan over in de Nieuwe Vaart, die naar het zuiden
strekte. Het zand uit de streek ten westen van het dorp
kon derhalve naar Den Haag, waar zeer veel zand voor
ophooging van woningbouwgrond noodig was, per
schuit alleen weggevoerd worden via het punt van
samenkomst van Nieuwe Vaart en Loosduinsche Vaart
bij het westelijk einde van den Houtweg20). Dit geeft
de verklaring van het feit, dat van genoemd verbin
dingspunt uit een duidelijk als zandvaart gekenmerkte
watering in westelijke richting in het geestgebied door
drong.
Dit alles in het oog gehouden spreekt het
dat men de kaart van