TOPOGRAFIE VAN DEN HAAG 65 de merk- 30) Jaarb. Die Haghe 1943, bl. 22—27. Ik wil hier in herinnering brengen, dat Pabons opvat ting van den Denneweg deze was: in Romeinschen tijd liep er een weg van Arentsburg naar de kust bij Scheveningen, in zijn geheel Denneweg geheeten. Het gedeelte daarvan tusschen Arentsburg en de latere Schenkwetering werd onder graaf Willem IV vernie tigd door het graven van de Haagsche Trekvliet en vervangen door een meer oostelijk aangelegden weg, op welken om die reden de naam Denneweg overging. Dat is dan de Denneweg ten zuiden van den Hout, die naar den Binckhorst voerde en later Schenkweg gedoopt werd. Mijn oordeel over Pabons opvatting heb ik in het Jaarboek Die Haghe 1943 den lezer voorgelegd. Zeer in het kort weergegeven luidde het, dat zijn betoog in gebreke bleef het bestaan van zoodanigen Romeinschen heerweg langs het door hem aangegeven tracé op de door hem aangevoerde gronden ook maar eenigermate waarschijnlijk te maken. Evenals de heer Pabon wist ook de heer Leyden den Raamweg in zijn Denneweg in te vlechten door op te merken, dat de Denneweg daar, waar hij door de zee- duinen, die pas in de middeleeuwen ontstaan zouden zijn, heen liep, onder het zand bedolven werd, zijn naam verloor en daarvoor in de plaats dien van „Saemweg”, d.i. Zandweg, later verbasterd tot Raamweg, verkreeg. Dat fabeltje van de verbastering van Zandweg (Saem- weg) in Raamweg meen ik behoorlijk weerlegd te hebben 30 De heer Leyden voelde dus met Pabon voor waardige beteekenis van den Denneweg, maar zijn ingenomenheid ging toch niet zoover, dat hij eveneens wilde teruggrijpen naar het Romeinsche tijdvak om zijn

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1947 | | pagina 77