TOPOGRAFIE VAN DEN HAAG
67
3J) Haagsche Courant 19/7/1935 6de blad.
,35) Haagsch Mandblad XIV 1937.
Leyden niet te zeggen, dat de Noord-Denneweg zijn
vervolg in den ouden Schenkweg („nu Rijn- en Lek
straat met gedeelte van het Staatsspooremplacement”)
had 34Toch vindt hij het niet noodig om uit het tegen
woordige beloop van den Denneweg en zijn min of meer
onzekere vervolgstukken tot groote bochten en kronke
lingen in het oorspronkelijke beloop van den éénen en
ongedeelden „Denneweg” te besluiten. Integendeel leek
het hem er eerder op, dat ook de Denneweg tot die
oude wegen behoort, die door hun min of meer recht
lijnig beloop een voormalige speciale beteekenis aan
duiden. Welke die beteekenis is, blijkt uit het zinnetje,
dat de heer Leyden onmiddellijk daarop liet volgen:
„Hij loopt (of liep) blijkbaar min of meer evenwijdig
met den alouden Moerweg, een tweeden, stategischen
weg uit den Karolingischen tijd in de omgeving van
Den Haag” 35De geweldige bocht, die de Denneweg
onvermijdelijk zou moeten vertoonen bij een versmelting
van noord- en zuidstuk tot één weg, waarbij dan nog
de afstand van de Rijnstraat tot den Schenkweg ver
doezeld is, wordt kalmweg gladgestreken. De gelijkstel
ling van den Schenkweg met de Rijn- en de Lekstraat,
geeft den werkelijken toestand niet juist weer. Het
eerste stuk van den Schenkweg vanaf het Bezuidenhout
tot aan de bocht bij de Pieter Bothstraat komt overeen
met den zuidelijken Denneweg. Van die bocht tot aan
de Schenk Weteringkade) is een gedeelte van den
weg opgegaan in het spoorwegterrein en vervangen
door een wat oostelijker aangelegden nieuwen weg,
zoodat er thans tusschen het zuideinde van den Schenk
weg en het begin van de Binckhorstlaan, die voorheen