TOPOGRAFIE VAN DEN HAAG
69
topografi-
en op te
van Schuddegeest, dus ongeveer in de tegenwoordige
Groothertoginnelaan, de Laan van Meerdervoort en de
Javastraat zijn vervolg heeft gehad. Twee feiten zijn er,
zoo vervolgde dan de heer Leyden, die deze opvatting
staven: 1°. de aanwezigheid van een oude voord, waar
de Rijnweg de Beek kruiste, voortlevende in den naam
Meerdervoort en 2°. het voormalige bestaan van een
industrieelen molen bij een belangrijk kruispunt aan de
oude Laan van Schuddegeest. Laten we beide „feiten”,
die op den voorgrond gebracht worden tot staving van
de aloudheid van den weg, met welken zij in verband
heeten te staan, eens nader op hun waarde toetsen. Met
dit na te gaan wordt een tweeledig doel bereikt: ten
eerste kan door zulk een onderzoek de waarde van de
argumenten van den heer Leyden belicht worden en ten
tweede wordt er een vasteren grondslag door verstrekt
aan pogingen om allerlei bizonderheden van
schen aard in Haagambacht te verklaren
helderen.
Het kan op het oogenblik onverschillig zijn, of de
heer Leyden dan wel de heer Pabon het bij het rechte
eind hebben, wat het beloop van den Rijnweg binnen
de grenzen van het oostambacht betreft. Het gaat er
thans alleen om, of de door den heer Leyden te berde
gebrachte „feiten” in staat zijn de oudheid van den door
hem als Rijnweg aangeduiden weg te bevestigen.
Meerdervoort.
De voorstelling van den heer Leyden was dus, dat
het begin van de Laan van Meerdervoort alias het
Dekkerslaantje oudtijds een weg was, die de Beek,
welke uit Zorgvliet naar den Hofvijver stroomde, met
een voorde kruiste. Maar het staat als een paal boven
water, dat ter plaatse nooit een voorde aanwezig is