DE HEER LEYDEN EN DE
72
den tegenwoordigen Wassenaarschen weg in Haag-
ambacht lag Reintjes Kroft; op de geest van Rijswijk
had de pastoor zijn kroft; in Scheveningen wemelde het
van kroften, enz. De bovenbedoelde Kroft strekte zich
langs den weg uit tot waar tegenover de tegenwoordige
Javastraat een laan naar het westen liep. Deze leidde
naar en behoorde bij het eenige buitenhuis, dat halver
wege de 16de eeuw in het Kleine Veentje benoorden de
banwatering aan te treffen viel, nl. de woning van
wijlen Willem Goud.
De richting naar zee voorbij de laan vervolgende had
men links de binnenduinen van het Oostblok, een tiend-
blok. Het maakte deel uit van ’s heeren of de graaflijk-
heidswildernis en komt onder deze domeinbenaming
ontelbare malen in belendingen voor met betrekking tot
de landerijen in het Kleine Veentje ten zuiden ervan
en tot die in Segbroek ten noorden ervan. Die doma-
niale oorsprong nam echter niet weg, dat het Oostblok
aan verschillende personen, eigenaars van landerijen in
de beide zoo juist genoemde aangrenzende gebieden,
in huur of in erfpacht uitgegeven was, een toestand,
die, naar ik reden heb te gelooven, reeds minstens uit
de 15de eeuw dateert. Met uitgifte en overdracht uit
de eerste hand van dezen domeingrond had het dage-
lijksch gerecht van Den Haag geen bemoeienis; dit ging
de Rekenkamer aan.
Van de laan naar wijlen Willem Gouds landhuis af
tot aan de Beek (bij de latere tol) behoorde de strook
ten westen langs den weg indertijd mede aan Goud en
later aan zijn nazaten op het buitenhuis. Dit was, zooals
gezegd, nog in 1561 de eenige hofstede in het Kleine
Veentje noord van de banwatering, maar kreeg tegen
het eind der 16de eeuw gezelschap van een andere
woning in haar onmiddellijke omgeving, nl. juist ten