TOPOGRAFIE VAN DEN HAAG
73
erf-
6
Werkendam,
was
39) Transp. Den Haag, inv. no. 404, f. 8, 11/12/1595, klapperno.
748.
■i°) Transp. Den Haag, inv. no. 425, f. 183v, 11/11/1620, klap
perno. 146.
westen ervan. Immers men leest in een schepenbrief van
1595, dat Gerrit van der Burch omtrent 14 hont lands,
waar tegenwoordig zijn woning op getimmerd is, aan
een zekeren Willem Willemsz. verkoopt39). De kaart
van Cruquius en andere kaarten laten duidelijk zien,
dat de woningen vlak naast elkaar lagen. Het is nu die
tweede, meest westelijke woning te dezer plaatse, die
in 1658, dus ruim een halve eeuw na haar stichting, den
naam Meerdervoort voert. Nog met geen eigennaam
getooid was ze in 1620 door Joost Jacobsz. van Heen-
vliet gekocht40) en kwam na zijn dood (tusschen 1656
en 1660) aan zijn dochter Johanna. Of de naam Meer
dervoort door de familie Van Heenvliet aan de hofstede
gegeven is dan wel of hij van ouderen datum is, moet
hier bij gebrek aan gegevens in het midden blijven.
De inhoud van verschillende akten uit de Haagsche
schepenregisters stelt in staat ons een beeld te vormen
van de gesteldheid van de strook gronds langs de
westzij van het duinpad naar Scheveningen ten zuiden
van de latere tol en tevens de wijzigingen in het uiterlijk
van het landschap aldaar in den loop der jaren in het
ruwe te schetsen. De schildering van de ontginning van
dit gebied is van belang om te doen uitkomen, dat er
van een beek met een voorde aan het begin van de
Laan van Meerdervoort oudtijds geen sprake was of
zelfs kon zijn.
Mr. Otto van Arckel, ambachtsheer van
advokaat voor den Hove van Holland, was door zijn
huwelijk met Ida van Bronckhorst, familielid en