DE HEER LEYDEN EN DE 76 zuiden van de woning en reikende tot de banwatering benevens de klingen benoorden de woning47). Een strook geestland en duinen van het Oostblok west van het slag naar Scheveningen behoorde dus nu aan Philips Doublet, maar het erfpachtsgebied van Gerrit Pietersz. scheidde de bedoelde strook van het duinpad naar Scheveningen. Gerrit Pietersz., in de wandeling genaamd Gerrit Meesz., was in 1621 reeds overleden, want dan verkoopt zijn zoon Frank Gerritsz., die het recht van de andere erfgenamen, alle dochters, van den overledene verkre gen had, aan zijn zwager Gerrit Cornelisz., duinmeier van de duinen Het Jonge Rijs, de nombre van 25 roeden lands in het vierkant in de kroft48) of het stuk land, waarop verkoopers huis staat49). Het verkochte erfje grensde oostwaarts aan den weg naar Scheveningen en lag overigens omgeven door het land van den ver- kooper, dat, zooals de akte nog eens laat uitkomen, door wijlen Gerrit Pietersz. in erfpacht genomen was van de voogden over de kinderen van wijlen Mr. Otto van Arckel en Ida van Bronckhorst tegen 30 gl. ’s jaars, van welke erfpacht Joost Jacobsz. van Heenvliet intusschen door koop het recht verkregen had. De verkochte 25 roeden werden door den verkooper Frank Gerritsz. van medebetaling aan de erfpacht vrijgesteld. Wanneer in 1630 Frank Gerritsz. op zijn beurt over leden is, behoudt zijn weduwe Geertje Pieters de eene 47) Transp. Den Haag, inv. no. 418, f. 148v, 29/4/1610, klap- perno. 90. 4S) Hier is dus een nieuwe kroft ontstaan. De Kroft, waarvan te voren sprake was, lag ten zuiden van de laan naar de woning van wijlen Otto van Arckel. 49) Transp. Den Haag, inv. no. 425, f. 225, 26/3/1621, klapper- no. 190.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1947 | | pagina 90