TOPOGRAFIE VAN DEN HAAG 77 de familie. Want in dat jaar verkoopen 4 no. no. 50) Transp. Den Haag, inv. no. 131. ■1) Transp. Den Haag, inv. no. 44. 52 429, f. 184, 2/9/1630, klaaper- 439, f. 41, 20/4/1661, klapper- Notar. arch. Den Haag, inv. no. 64, f. 311, 17/10/1658. helft van het erfpachtsland, terwijl de bovengenoemde zwager, de duinmeier Gerrit Cornelisz., de andere helft koopt van de overige erfgenamen van Frank Gerritsz. De weduwe krijgt voor haar deel het geestland, Gerrit Cornelisz. voor zijn deel het geheele Heulweitje, terwijl een tusschenliggend stuk grond, ook een weide, tusschen beide partijen gesplitst wordt. De grens tusschen beide helften liep van het scheid van het erf van het door Gerrit Cornelisz. getimmerde huis westwaarts naar de klingen. Elk zal voor de helft van de erfpacht van 30 gld. opkomen, onverminderd echter het recht van Van Heenvliet om de erfpacht in zijn geheel te eischen van dengeen, dien het hem gelieven zal 50). De weduwe Geertje Pietersdr. hertrouwt met Jan Jacobsz. Overbeecq en in 1661 doet dit echtpaar het in '1630 aan de weduwe toebedeelde stuk land met het boerderijtje van de hand. Koopster was Johanna van Heenvliet, een ongetrouwde dochter van Joost Jacobsz. van Heenvliet, in zijn leven penningmeester van de griffie van het Hof van Holland51). Aan gezegde Johanna was bij kaveling van de erfenis van haar vader het landhuis Meerdervoort ten deel gevallen52). Zij bezat ook het recht van de erfpacht van 30 gl. op het grondstuk tusschen de laan en de Beek, welk recht haar vader indertijd gekocht had, zooals boven reeds aan gestipt werd. Toen in 1670 de duinmeier Gerrit Cornelisz. over leden was, bleef zijn boerengedoetje voorloopig nog in van de 5 erf-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1947 | | pagina 91