TOPOGRAFIE VAN DEN HAAG
81
van Jacques
kaart uit den tijd vóór de verlegging van de Beek in
1664, die een duidelijk beeld geeft van den plattegrond
van het besproken gebied. Zij berust in het archief van
Delfland (no. 1969) en is vermoedelijk in verband met
een of ander plan voor den aanleg van een straatweg
naar Scheveningen geteekend. Jonger dan ongeveer
1660 kan ze niet zijn. Ze stamt dus uit den tijd, dat èn
het woninkje van Gerrit Pietersz. en diens nazaten èn
het huisje van de familie Vinckestein nog in wezen
waren. Men ziet daarop, hoe de Beek een eindweegs
voor het bereiken van het pad naar Scheveningen haar
loop oostwaarts neemt en die richting ondanks een paar
korte knikken in het algemeen behoudt tot aan de oprij
laan van het landhuis van de vrouwe van de Werve 57
waarlangs zij naar het zuiden verloopt. Het Heulweitje,
dat zijn naam aan geen andere heul dan die over de
Beek ter hoogte van het latere tolhek dankt, is ten
zuiden deels door een sloot, die met de Beek in ver
binding staat, deels door een hek of heining afgeschoten.
In het driehoekige, afgezande stuk ten Z.O. van het
Heulweitje liggen de beide woninkjes, waarvan de jaren
van timmering resp. op ca. 1600 en 1621 gesteld mogen
worden. Ten oosten langs den weg en ten zuiden langs
de laan is het terrein door een sloot begrensd. Aan de
achterzijde tegen de klingen aan bevindt zich een hek
of heining, welke bijna rechthoekig aansluit op die van
het Heulweitje. Men mag aannemen, dat de Kroft ten
zuiden van de laan ook reeds geheel afgezand is; daarop
wijst de aanwezigheid van slooten.
Op een kaart stammende uit den tijd tusschen 1623 en
1641 ziet men nog juist de beide huisjes geteekend met
de sloot langs den weg en de laan 58
57) Adriana Hanneman, weduwe in tweede huwelijk
van der Wiele, heer van De Werve (te Rijswijk).