TOPOGRAFIE VAN DEN HAAG 83 Schudjebeurs tegen den weg heg of door hekwerk zonder tolhek en de woning van afgegrensd was door een eenige begeleiding van een waterloop of sloot. Beide kaarten laten overal het verschil in afgrenzing eenerzijds door slooten, anderzijds door heg-, hek- of paalwerk scherp en onmiskenbaar uitkomen. Als derde nummer zij verwezen naar kaart A.R.A. no. 86 naar een opne ming in Juni 1595. Het beschouwde gebied staat er wel niet ten volle meer op, maar voor zoover het er op voorkomt, valt er geen spoor van een waterloop hetzij links of rechts van den weg te ontwaren. Op zich zelf zou de voorstelling niet voldoende bewijskrachtig zijn, omdat het door ons behandelde gebied buiten het terrein viel, dat de landmeter op te nemen had. Maar daar staat tegenover, dat de voorstelling, wat de afwezigheid van water langs de oostzijde van den weg betreft, in over eenstemming is met wat de twee zoo even genoemde plattegronden laten zien, terwijl het ontbreken van slooten aan de westzijde van den weg verklaarbaar te achten is uit de voorgeschiedenis van het terrein aldaar. In 1595 lagen de klingen van het Oostblok er vermoe delijk nog in ongerepten staat; eerst ongeveer een tiental jaren later schijnen zij geleidelijk aan afzanding te zijn prijs gegeven. Als slotsom van de overweging der te berde gebrachte gegevens voel ik mij ten volle verantwoord neer te schrijven, dat de naam van het huis Meerdervoort aan den rand van het Kleine Veentje rechtstreeks niets uit staande kan hebben met een voorde door een beek daar ter plaatse. De slijp-, polijst- of hatnasmolen alias de malle molen. Kan derhalve de naam Meerdervoort niets bijdragen om de oudheid van den weg te staven, evenmin is daar-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1947 | | pagina 97