ALBERTUS GRONEMAN
87
leven in de 18e eeuw, dat blijkens deze mededelingen al
een eindweegs op het hellend vlak stond. In de bedoelde
studie van Scheurleer „Haagse Zomerconcerten in de
18e eeuw”) deelt de auteur enige aankondigingen mede
van publieke concerten in de Vaux Hall, waarvan Grone-
man directeur was. Op één van deze aankondigingen
lezen we dat er enige concerten van Corelli zullen worden
gespeeld „waerby Groneman Waldhoorns heeft gevoegd,
alsmede enige extra fraeye andere concerten.”
In zijn monumentale werk over „Het Muziekleven in
Nederland in de 2e helft der 18e eeuw” (Den Haag
1909) deelde Scheurleer het volgende mede over onze
componist.
„Hij was in 1710 te Keulen geboren en in 1732 als
musicus ingeschreven in het Album Studiosorum te Lei
den. In 1739 wordt hij daar als violist geroemd en in
1750 werd hij organist in Den Haag, hetgeen hij tot 1760
bleef, toen hij krankzinnig werd. Verschillende compo
sities van hem zijn bewaard gebleven.”
Verder: „Den 30en Mei 1749) werd het nieuwe orgel
(van de Vaux Hall) ingewijd met een Eerezang, ge
componeerd door A. Groneman, op de Vorstelijke Familie
van Oranje, voor „verscheyde stemmen”, welke compo
sitie in druk verscheen. De benefite-avond van Grone
man, 4 Augustus, was belangrijk: en zullen zig ter
dier gelegenheyd verscheyde, voornaeme Zangeressen
en Zangers laeten komen (horen?), en onder anderen
een Bas-Cantate nieuw gecomponeerd door een voornaem
Heer, etc. en zullen niet dan de nieuwste Concerten
van de beroemdste Meesters geëxecuteerd worden, onder
anderen verscheyden met Pauken en trompetten, als ook
een Concert voor het Orgel obligato.”
Enkele nieuwe gezichtspunten opende J. W. Enschedé
9) T.a.p. bl. 54.