ALBERTUS GRONEMAN 90 Den de Gemeente ’s Graven- nu zeker dat hij in ieder geval in 1732 in Leiden als student was ingeschreven. Scheurleer maakte van deze publicatie gebruik, voegde zijn ontdekking betreffende Gronemans kapelmeester- schap eraan toe (1749, Vaux Hall) en volgde Mendel t.a.v. de jaren 1739 en 1750. Wonderlijk genoeg fixeerde hij Gronemans krankzinnigheid echter twee jaar later 1760) en noemde hij géén sterfjaar. Enschedé nam 1760 als sterfjaar aan, zelfs met datum (6 Mei), hij vermeldde evenwel geen bron. Zijn betreffende opgave is echter geheel onjuist. Aan werkelijk concreet feitenmateriaal blijft dus weinig over: 1710 geboren te Keulen, 1732 ingeschreven aan de Leidse Universiteit, 1736 optreden te Utrecht, 1749 werkzaam in Den Haag, 1756 concert in Arnhem. Van zijn vestiging in Nederland en in Den Haag, zijn krankzinnigheid en overlijden zijn dus tot nu toe geen vaststaande gegevens verkregen. Onderzoekingen in de Gemeente-archieven van Haag en Leiden, in het Archief der Nederl. Herv. Ge meente te Den Haag alsmede in de Muziekhistorische afdeling van het Gemeente-Museum aldaar, hebben de volgende resultaten opgeleverd: Het begrafenis-register van hage vermeldt: Joh.s Alb.s Groneman, 1 Juni 1778, 66 jaar. Pro Deo. Borstkwaal. Groote Kerk. Behalve het jaar van overlijden, komt dat van de ge boorte ter sprake: dit laatste zou dan 1712 moeten zijn, wat niet klopt met de gegevens van het Album studioso- rum, dat zoals we zagen 1710 als geboorte-jaar fixeerde. De mogelijkheid dat de in het begrafenis-regis-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1948 | | pagina 104