104
ALBERTUS GRONEMAN
32Zie Mr. A. Bouman Op. cit.
33) Zie J. Hess „Dispositiën der merkwaardigste Kerk-orgelen"
Gouda (1774) bl. 33/34; herdruk Utrecht (1945) bl. 34.
34) Zie Dispositiën van Kerk-orgelen etc. verzameld door Joachim
Hess, uitgegeven door J. W. Enschede, Amsterdam 1907, bl. 19/20.
5.
Aangaende de 4 Blaesbalken sijn redelijk en kunnen
passeeren.
Verders getuigen wij ondergeschrevene, dat Mon
sieur Steevens het orgel in sijn soort naar de doot van
Mr. Rudolph Garrels op een ordentelijke en eerlijke
wijse onderhouden heeft tot op deesen dag toe.
Actum ’s Hage den 23 Febr. 1751.
Albto Groneman.
Johannes Bruydegom.
Dit orgel moet het instrument zijn dat in 1669 ge-
bouwid is'32). In 1769 kreeg Groneman echter een nieuw
orgel, gebouwd door Stevens ®3). De dispositie was:33)
Hoofdklavier: Prestant 161, Prestant 81, Holpijp 81,
Quintadena 81, Octaaf 41, Super Octaaf 21, Gemshoorn
21, Siflet l1, Nazat IJ^1, Cornet, Mixtuur, Scherp,
Trompet 81, Bazuin 161.
Bovenklavier: Prestant 81, Baarpijp 81, Quintadena 81,
Prestant 41, Quint 31, Cymbel, Cornet, Voxhumana 81.
Rugpositief: Prestant 81, Quintadena 81, Octaaf 41,
Fluit 41, Octaaf 21, Gemshoorn 21, Siflet l1, Sesquial-
ter, Scherp, Mixtuur, Tertiaan, Dulciaan 81.
Pedaal: Subbas 321, Prestant 161, Prestant 81, Octaaf
41, Mixtuur, Trompet 81.
Deze dispositie, die een klassiek karakter draagt werd
helaas in latere jaren veranderd ’34). In 1881 werd het
instrument vervangen door het huidige.