RAKETTEN OVER DEN HAAG
2
periode van dood en verwoesting voor Engelsen en
Nederlanders. Het was tevens het einde van een tijdperk
van twaalf jaren, die nodig waren geweest om een wapen
te smeden, zo revolutionnair, dat het geen vorm van
tegenweer hoefde te duchten.
Al in 1933 was het Duitse leger begonnen met de
systematische ontwikkeling van raketten, die, als ver
dragende artillerie gebruikt, grotere afstanden zouden
overbruggen dan enig soort geschut. Onder leiding van
de jeugdige, energieke prof. Werner von Braun en
kolonel Walter Dornberger werden allengs duizenden
mensen voor de totstandkoming van dit wapen gecon
centreerd. Na een unieke wetenschappelijke en technische
krachtsinspanning, die later ook de geallieerde deskun
digen in verbazing zou brengen, gelukte het op 3 October
1942 een raket van het type „A-4” op het proefstation
Peenemünde te lanceren naar een plek in de Oostzee,
op 270 km afstand. Hiermee was bewezen, dat het wapen
als een strijdmiddel van doorslaggevende betekenis zou
kunnen worden gebruikt en alles werd gedaan om het
zo snel mogelijk in productie te kunnen brengen. Terwijl
onvermoeid verder werd gewerkt aan technische ver
beteringen, begon men een reusachtige onderaardse
fabriek te bouwen in de Harz, waar de productie zou
worden gecentraliseerd. Intussen werden plannen uitge
werkt om per dag duizend raketten op de Britse hoofd
stad af te vuren.
Het wapen, dat Duitsland versterkte in het vertrouwen
op een uiteindelijke overwinning, was een 14 meter lange
en 1,7 meter brede raket, die binnen vijf minuten een
explosieve lading van 980 kilo naar een op 320 km af
stand gelegen stad kon brengen. Zij was in feite een
reusachtige kogel met scherp-toegespitste neus, zonder
vleugels, doch met vier brede, naar achteren wijzende