ALBERTUS GRONEMAN
112
Over de werken van Groneman zullen
47Bouwstenen III, bl. 31.
4S) Zie „Algemeen Nederlandsch Familieblad", 1895, bl. 87 en 171.
40) Goovaerts Op. Cit. nr. 1256.
we kort zijn.
Twee andere musici uit het geslacht waren de gebroe
ders Antoine en Coenraad, Beide concerteerden te Arn
hem op 27 Nov. 1758. Antoine was reeds op 20 Nov.
1754 aldaar opgetreden. Van Antoine is weinig bekend.
Hij heeft in ieder geval als componist gewerkt; de mu
ziekhistorische afdeling van het Gemeente-Museum te
's Gravenhage bezit een bundel vioolsonates van hem. 47
Coenraad huwde 26 Oct. 1766 in Den Haag met Joh.
Christina Koster. Blijkens het register kwam ook hij uit
Leiden. Reeds de 16e van de volgende maand werd een
kind uit deze echtverbintenis gedoopt; deze voorspoe
dige baby droeg de namen van Albertus en diens vrouw,
ze heette nl.: Johanna Alberta Helena maar stierf reeds
in 1767 aan stuipen.
Coenradus overleed op 32-jarige leeftijd aan een borst
kwaal, hij werd 24 Dec. 1772 pro Deo begraven.
Behalve in Den Haag werden ook in Zeeland en
Gelderland Gronemans aangetroffen 48ook zij waren
musici. Johannes Casparus Theodoras was op 27 Octo
ber 1750 organist en klokkenist van de Grote of St.
Lievensmonster te Zierikzee. 18 Dec. 1756 aanvaardde
hij dezelfde betrekking te Zutfen. 7 Dec. 1781 overleed
hij aldaar. Zijn zoon Johannes Ludovicus (17691822)
volgde hem tijdelijk in beide functies op. Misschien is
deze Joh. Ludovicus dezelfde, die in 1780 bij Hummel
6 Trio’s uitgaf 49
Joh. Casp. Theod. werd bij zijn vertrek naar Zutfen
opgevolgd door een andere Groneman, nl. Adolf F rede-
rik, die in 1760 Zierikzee verwisselde voor Goes.