DE BEVOLKING VAN 'S-GRAVENHAGE
117
662 kinderen
met
2159 gezinnen met te
5.653 kinderen
samen
790 kinderen
504 kinderen
231 kinderen
112 kinderen
36 kinderen
10 kinderen
662 gezinnen met
564 gezinnen met
376 gezinnen met
263 gezinnen met
158 gezinnen met
84 gezinnen met
33 gezinnen met
14 gezinnen met
4 gezinnen met
1 gezin
Ten slotte moet ik
delde wijken 4, 5 en
woners woonden dan in de wijken 1, 2
de wijken 3, 4 en 5 blijkens het Kohier van
ning van 1674 731 personen leefden die te samen een
aangeslagen vermogen van 8 millioen gulden bezaten,
telden de wijken 1, 2 en 3 1087 vermogenden die te
samen van 28 millioen gulden de 200e penning moesten
betalen.
cijfers nader dan blijkt de realiteit veel ongunstiger te
zijn. Ruim een derde deel of 1171 dezer gezinnen was
namelijk kinderloos, terwijl de resterende 2159 gezinnen
slechts 5653 kinderen bezaten. Op elk gezin kwam m.a.w.
slechts ruim anderhalf kind hetgeen bewijst dat hier ge
lijk elders een voortdurende immigratie de stedelijke be
volking op peil moest houden. (Het register van de
volkstelling te Leiden in 1581 geeft eveneens 1|^ kind
per gezin). Deze kinderen waarvan de grootste helft
(2884) beneden de acht jaren telde, hetgeen bewijst dat
de sterfte onder hen nog groot was, waren als volgt
over de gezinnen verdeeld:
één kind
er op wijzen dat in de hier behan-
6 zeer veel minder welgestelde be
en 3. Terwijl in
de 200e pen-
te samen
twee kinderen te samen 1.128 kinderen
drie kinderen te samen 1.128 kinderen
vier kinderen te samen 1.052 kinderen
vijf kinderen te samen
zes kinderen te samen
zeven kinderen te samen
acht kinderen te samen
negen kinderen te samen
tien kinderen te samen