124 DE HAAGSE KUNSTVERZAMELAARS de Oostzijde het grote huis later was hij in staat een eigen huis te kopen; op 6 Juli 1646 werd namelijk een huis, gelegen aan de Oostzijde van de Hoogstraat „daar het Duyfken uithangt” aan hem getransporteerd, vervolgens in 1661 het huis „de Gouden Pot”, gelegen aan de Oostzijde van de Hoog straat en de Zuidhoek van de Plaats en in 1669 een huis „de stad Gorcum”, gelegen aan de Zuidzijde van de Plaats en aan het voorgaande huis grenzende7). Intussen was hij kamerbewaarder geworden bij de Staten Generaal, in welke functie hij de bezigheden van deurwaarder en archiefambtenaar moest vervullen. Uit zijn huwelijk was behalve een dochter slechts één zoon geboren in het jaar 1647, die ook Hendrik werd gedoopt en de vader werd van de kunstverzamelaar, tevens solliciteur militair. (Grootvader, vader en zoon hadden allen dezelfde voornaam). Deze in het jaar 1647 ge boren Hendrik was kamerbewaarder, niet bij de Staten Generaal zoals zijn vader, maar bij de Generaliteits- Rekenkamer, waar hij de rang van commies bereikte. Hij huwde in 1670 met Catharina Vermeulen en was sinds het jaar 1675 lid der vroedschap. Blijkens de Haagse kohieren van het jaar 1674 woonde hij in dat jaar in de Korte Nobelstraat, terwijl zijn vader hierin voorkomt als wonende aan de Oostzijde van de Hoog straat. Doch in het volgende jaar 1675 koopt de vader een huis aan de Oostzijde van de Kneuterdijk, gelegen ten Zuiden van het grote huis van Isebrant van Noort- 7) Hendrik van Heteren verhuurde bij acte dd. 3 Febr. 1672, verleden voor notaris M. Beeckman het huis „de stad Gorcum". Zijn kleinzoon, eveneens Hendrik van Heteren genaamd, verkocht op 17 November 1745 twee huizen onder één dak, eertijds geheten de stad Gorcum en de Gouden Pot, gelegen op de hoek van de Hoogstraat en de Plaats aan Gerard Hoet, bekend als kunsthande laar en schrijver. Zie noot 1 en 29.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1948 | | pagina 137