A. L. VAN HETEREN EN W. LORMIER
125
Oranje, welk laatst-
de Hooge Nieuw-
wyck, thesaurier van de Prins van
genoemd huis op de Zuidhoek van
straat lag 8
Over deze met Catharina Vermeulen gehuwde Hen
drik kon ik verder weinig vinden; hij bleef lid van de
vroedschap tot het jaar 1697 volgens de vroedschapslijs-
ten°) en werd toen als zodanig opgevolgd door zijn
oudste zoon Hendrik, geboren in 1672. Behalve deze
zoon had hij nog een zoon Leonard, die in Harderwijk
aan de hoogeschool studeerde, daar huwde en burge
meester werd in 1716 en overleed in 1720. In de ge
schiedenis van den Haag heeft deze dus geen rol ge
speeld10). De oudste zoon, Hendrik, is degene, wiens
archief als solliciteur militair bewaard is gebleven en die
een begin heeft gemaakt met het aanleggen van de kunst
verzameling van Heteren. Als Gecommitteerde uit de
vroedschap had hij jaren lang zitting in het college van
de Sociëteit van den Haag, welk lichaam o.a. als kerk
meesters het beheer had over de in het jaar 1654 ge
bouwde Nieuwe Kerk op het Spui. Zowel over zijn werk
zaamheden ten behoeve van deze kerk als over zijn
functie van regent van het Leprooshuis (sinds het jaar
1729) zijn stukken aanwezig in zijn archief11). Het groot
ste gedeelte van zijn tijd werd echter in beslag genomen
door zijn ambt van solliciteur militair. Dit ambt was ont
staan doordat de Staten der provinciën uit geldgebrek
8) Acte van transport dd. 4 Mei 1675 van een huis aan de Oost
zijde van de Kneuterdijk door de weduwe van Willem van den
Hove, doctor in de medicijnen, aan Hendrik van Heteren.
9) J. de Riemer „Beschrijving van 's Gravenhage" (A° 1730)
Dl II p. 177.
10Alg. Rijks-Archief: Archief van de solliciteur militair Hen
drik van Heteren no. 137. bevat brieven van Leonard aan zijn
broeder Hendrik.
lx) Als boven no. 123134.