DE HAAGSE KUNSTVERZAMELAARS
134
v. Biema; als in noot 1 hierboven.
ders. Verschillende ervan zijn in het jaar 1828 echter
weer verkocht25).
De nakomelingen van A. L. van Heteren Gevers
hébben zich weer alleen Gevers genoemd. Een groot
gedeelte van de nagelaten papieren van de solliciteur
militair Hendrik van Heteren werd in het jaar 1933 door
de erfgenamen van jhr L. A. Ch. Gevers aan het Alge
meen Rijksarchief afgestaan en in het jaar 1938 stond
het Koninklijk Genealogisch Heraldisch Genootschap
,,de Nederlandsche Leeuw” aan het Algemeen Rijks
archief een tweede verzameling papieren afkomstig van
Hendrik van Heteren af, toen het bleek, dat zij oor
spronkelijk één geheel hadden uitgemaakt.
In het bovenaangehaalde testament dd. 1771 van
Adriaan Leonard van Heteren wordt niet gesproken over
de beroemde collectie penningen, door zijn vader bijeen
gebracht; evenmin in de acten van boedelinventaris dd.
15 October 1800 en van boedelrekening dd. 20 Juni 1805,
zodat deze collectie niet tot de nagelaten boedel behoor
de. Het is dus waarschijnlijk, dat hij de collectie na de
dood van zijn vader in 1749 en vóór het jaar 1771 heeft
verkocht, in haar geheel of bij gedeelten.
Naar welk soort boeken zijn belangstelling uitging,
kan men nagaan uit de catalogus van de op 6 October
1800 gehouden veiling van zijn bibliotheek en grote
verzameling rariteiten, opgezette vogels enz., van welke
catalogus een exemplaar o.a. in het Museum Meerman-
num Westreenianum in den Haag berust. Achter ver
schillende nummers van dit exemplaar zijn de gemaakte
prijzen er bij geschreven, soms ook de namen der kopers.
Onder de laatsten komt vrij dikwijls de naam Meerman
voor, nl. van Mr. Johan Meerman. In de afdeling boeken
25E. W. Moes en E.