DE SCHILDERES ROSINE DE GASC EN HAAR HAAGSE RELATIES DOOR Mr. H. HARDENBERG Een van de typische eigenaardigheden van de 18de- eeuvZse kunstenaarswereld zijn de vrouwelijke schilders van internationale vermaardheid1). Vormt de vrouw, die de schilderkunst tot beroep kiest, in de 17de eeuw nog een uitzondering, in de 18de triomferen Eva's kunstzinnige dochters over alle burgerlijke vooroordelen en zien wij haar met behulp van palet en penseel een positie veroveren, waarin zij haar mannelijke collega’s naar de kroon steken. Twee factoren schijnen deze ontwikkeling gunstig beïnvloed te hebben: de 18de eeuw was de eeuw van de vrouw1, wier grillen en modes de toon aangaven, en in de tweede plaats zijn het vooral de vorstelijke hoven geweest, die de vrouwelijke artisten de weg baanden tot aanzien en roem. Rosalba Carriera, Angelica Kauffmann, en madame VigéeLe Brun, de corypheeën van haar eeuw, waren alle werkzaam, als hofschilderes en haar bizondere specialiteit: het geïdeali seerde vrouwenportret beantwoordde volkomen aan hetgeen de frivole tijdgeest van haar verlangde. Die neiging tot idealiseren, tot vleien zou men haast beter kunnen zeggen, treft men ook aan, zij het in Tot deze laatste, hierom wellicht nog wel zo inte ressante groep kunstenaressen behoren de gezusters 1) Zie Ch. Oulmont, Les femmes-peintres du 18me siècle (Paris, 1928).

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1948 | | pagina 153