1766/67
EN HAAR HAAGSE RELATIES
141
schone vrouwen portretteerde. Begin October 1760
trad zij opnieuw in het huwelijk met Louis de Gasc,
afstammeling van een adellijk Frans geslacht, afkomstig
uit Le Vigan in Zuid-Frankrijk, wiens vader om geloofs
redenen naar Wezel was uitgeweken. De Gasc was
assessor bij de Franse rechtbank te Berlijn en bevriend
met Lessing4). Het bezoek, door de Brunswijkse her
togelijke familie in Juli 1764 gebracht aan Potsdam ter
viering van de verloving van de Pruisische kroonprins
en latere koning Frederik Wilhelm II met prinses
Elisabeth Christine Lllrike van Brunswijk, werd ver
moedelijk de aanleiding, dat het echtpaar De Gasc
hetzelfde jaar naar Brunswijk verhuisde. Behalve een
aantrekkelijk portret van het hertogelijk echtpaar ver
vaardigde Rosine daar vele portretten van Philippine
Charlotte, de ontwikkelde en kunstzinnige gemalin van
hertog Karel I5). Reeds in 1764 door het Brunswijkse
hof met een jaargeld begiftigd, ontving zij in 1777 haar
officiële aanstelling tot hofschilderes, terwijl haar echt
genoot in 1779 werd benoemd tot professor in de Franse
taal en literatuur aan het door Karel I gestichte Colle
gium Carolinum te Brunswijk
Waarom Rosine de Gasc 7) in de winter van
4) Bibliothèque Wallonne te Leiden, fichescollectie. Uit het al
daar aanwezige extract van de huwelijksacte bleek mij, dat de
voornamen van de bruid Rosine Corine luidden en niet Anna
Rosina, zoals Thieme-Becker e.a. vermelden; J. P. E r m a n, Mé
moires pour servir a l'histoire des Réfugiés frangois dans les états
du Roi IX (Berlin, 1799), bl. 129; H. Mack en J. L o c h n e r,
Johann Anton Leisewitzens Tagebücher II (Weimar, 1920), bl. 346
(Personenregister).
5) P. J. Meier, Die Bildnisse der Herzogin Philippine-Char-
lotte van Braunschweig, Schwester Friedrichs des Groszen (Hohen-
zollern-Jahrbuch XIII, Berlin-Leipzig, 1909), bl. 206213.
Mack en Loch'ner, t.a.p.
7) Aldus signeerde zij haar schilderijen, zie Meier, t.a.p.