145
EN HAAR HAAGSE RELATIES
afkomst. Dit op zich zelf niet zo heel belangrijke ge
geven aangaande de kring, waarin de jonge Matthieu
werd opgenomen, is nochtans voor ons doel van bizon-
dere waarde, omdat het ons op weg helpt, een door
Rosine de Gasc geschilderd portret met vrij grote
zekerheid als een Haags werkstuk te identificeren; voor
lopig het enige, dat wij uit haar Haagse periode kennen.
In de verzameling Skutezky te Raigern (Tsjecho-
Slowakije) bevond zich in 1917 volgens Von Frimmel
een schilderij in olieverf van 73 X 58 cm, voorstellende
het portret van een jonge vrouw (zie afb. 1). Op de
rugzijde van dit doek staat geschreven, dat dit het
portret moet zijn van ,,J[e]anne Teissier agée [de]
20 ans Peint[e] par de Gasc 1767” 16Ofschoon het
opschrift niet oorspronkelijk is als gevolg van het feit,
dat het schilderij werd verdoekt, mag men, aldus
Frimmel, wel aannemen, dat het naar een opschrift op
de oude rugzijde gecopieerd is. Wijst het jaartal reeds
op de mogelijkheid, dat het bewuste portret uit de
Haagse periode van Rosine de Gasc zou stammen, deze
mogelijkheid wint nog aan waarschijnlijkheid door de
omstandigheid, dat de bovengenoemde schilder Jean
George Teissier in het bezit was van een zuster, Jeanne
geheten. Beiden waren kinderen van het echtpaar
Jean Teissier en Jeanne Vasserot, dat op 7 Juni 1742
in de Waalse kerk te 's-Gravenhage een dochter Jeanne
liet dopen17). Het enige, w*at niet klopt, is de leeftijd.
De Haagse Jeanne Teissier bereikte nl. in 1767 de
25-jarige leeftijd, terwijl die van het portret slechts
20 jaar oud zou zijn. Waar het echter vaststaat, dat het
opschrift daarvan gecopieerd is, kan het haaltje van
1G) Th. von Frimmel, Studiën und Skizzen zur Gemalde-
kunde III (Wien, 1917—1918), bl. 4—5 en afb. VI.
17Gem. Archief, klapper dopen.
10