EN HAAR HAAGSE RELATIES
147
20) Alg. Rijksarchief, archief Staten-Generaal, Legatie-arch. ver
volg no. 1281.
21) A. Sa vine, La vie aux galères (Paris, 1909) is een moder
ne bewerking van deze memoires.
Een niet alledaags milieu was het zeker, waaruit Jeanne
voortkwam, wier broeder als vakgenoot en medeleerling
van een van Rosine’s spruiten vermoedelijk de schakel
vormde in het contact tussen haar en de schilderes. De
vader, Jean Teissier, was geboortig uit Bonperrier bij
Valleraugue in Opper-Languedoc niet ver van LeVigan,
waar de De Gasc’s oorspronkelijk vandaan kwamen.
Als 18-jarige jongeling was hij in 1726 er van beschul
digd geworden, de sinds de herroeping van het Edict
van Nantes niet langer gedulde Protestantse godsdienst
oefeningen te hebben bijgewoond. Men had hem gear
resteerd en in de gevangenis van Montpellier geworpen,
van waar hij, zonder ooit verhoord te zijn, door de gou
verneur van Languedoc, de maarschalk de La Fare, naar
de galeien was gezonden 20Wie kennis wil nemen
van het hartverscheurend lot, dat de ongelukkige
Protestanten wachtte, die tot de galeien waren veroor
deeld, een straf, waartegen zelfs Katholieken als
Fénélon hun stem verhieven leze er de memoires
van Jean Marteilhe, in 1757 te Rotterdam uitgegeven,
op na21). Jean Teissier mocht daarom van geluk
spreken, dat hij in 1738 op voorspraak van de ambas
sadeur van onze Republiek tegelijk met acht andere
lotgenoten in vrijheid werd gesteld met geen andere
keuze dan zich op een Hollands oorlogsschip in te
schepen. 27 October 1738 arriveerde dit negental in
Den Haag. Aangezien zij van alle middelen en kleding
ontbloot waren en er zo haveloos uitzagen, dat zij zich
niet met fatsoen in het openbaar konden vertonen,