EN HAAR HAAGSE RELATIES
151
geschilderd van prinses 'Wilhelmina van Pruisen, de
echtgenote van de Erfstadhouder prins Willem V,
hetwelk men in 1936 heeft kunnen bewonderen op de
tentoonstelling „Huwelijken in het huis Oranje-Nassau”,
(zie afb. 2) 29
In het familie-archief Fagel, berustende in het Alge
meen Rijksarchief, bevindt zich een copie van extracten
uit een tweetal brieven, door Louis de Gasc uit Bruns
wick geschreven, zonder vermelding evenwel, voor wie
zij bestemd waren 30Toevallig viel onlangs mijn aan
dacht op dit afschrift. Van de inhoud kennisnemend,
bespeurde ik al gauw, dat de ongenoemde geadresseerde
niemand anders kon zijn dan Philip Frederik Tinne, door
wie het bewuste afschrift, waarschijnlijk op speciaal ver
zoek van Hendrik Fagel de Oude, werd gemaakt.
Inderdaad is de inhoud ervan zo boeiend, dat men licht
kan begrijpen, waarom Fagel er een afschrift van ver
langde. Om dezelfde reden meen ik het afschrift hier in
zijn geheel te moeten opnemen 31Zelden toch wordt
men over het ontstaan van een schilderij, de gemoeds
gesteldheid van het model tijdens het poseren, en de
verwachtingen van hetgeen de schilder ermee hoopt te
bereiken zo uitvoerig ingelicht als in deze brieven. Wat
wij verder te horen krijgen over de feestelijkheden ter
ere van het jonge vorstelijke paar, dat 4 October 1767
te Berlijn plechtig in het huwelijk was verbonden, over
de mislukking, waarop het verblijf van Rosine de Gasc
in Nederland uitliep, en over de vervaardiging van
29) Jaarverslag Oranje-Nassau Museum 1936 (Den Haag, 1937),
bl. 40. Een beschrijving van dit portret is te vinden bij A. Sta
ring, De Prinsen van Oranje en de buitenlandsche kunstenaars
(Het Zilveren Getij. Gedenkboek uitgegeven bij het 25-jarig huwe
lijk van H.M. de Koningin, Amsterdam, 1926), bl. 249.
30) Fagel-archief, voorlopig nummer 1691.
31) Gemakshalve heb ik de spelling gemoderniseerd.