RAKETTEN OVER DEN HAAG
8
werden de aanvallers op geen enkele wijze gehinderd.
Schrik en verwarring, zowel onder de Duitsers als bij
de Nederlanders waren groot. Men zag hoe enkele sol
daten op een transportauto in wilde vaart het bos ver
lieten, de straatweg opzwenkten en zich angstig tegen
de gevel van een hotel aan De Deyl drukten. Vele
Nederlandse gezinnen hadden een toevlucht gezocht
achter de oude muren van Huis ter Horst aan de rand
van het verboden gebied. Tientallen bommen kwamen
terecht in het bos, waar zij brede trechters in de losse
grond sloegen. Drie boerderijen en een huis op het ter
rein van de Raaphorst werden in puin geworpen, doch
dank zij de vrijwillige en gedwongen evacuaties vielen
er geen slachtoffers. Gering in aantal waren de bommen,
die dicht nabij de plaatsen vielen, waar de Duitsers hun
V2-materieel hadden staan. Het „Sonderkommando”
was bovendien op een aanval voorbereid geweest: zodra
een of twee raketten waren afgevuurd, trokken de wagens
zich terug uit de directe omgeving en zochten dekking
onder het dichte bladerdak van Ter Horst. Daar waren
de verspreid opgestelde voertuigen vrijwel onkwetsbaar.
Slechts enkele oude munitiebunkers vielen aan de bom
men ten prooi. In een dezer opslagplaatsen bevond zich
een aantal ontplofbare raketladingen van elk bijna één
ton en er is weinig verbeeldingskracht voor nodig om
zich voor te stellen wat er zou zijn gebeurd, als deze
bunker in de lucht was gevlogen. Doch de bergplaats
bleef gespaard.
Enkele dagen nadat de eerste raketten waren afge
vuurd, richtten de Duitsers een basis voor het lanceren
in op het reeds in de zomer van 1943 voor dit doel ver
kende landgoed Duindigt van de heer Jochems, gelegen
ten Westen van de Rijksstraatweg aan de rand van Den
Haag. Nadat de bewoners van de buitenplaats alsmede