RAKETTEN OVER DEN HAAG
11
waarborgd. Het „Sonderkommando” reed derhalve naar
Overveen bij Haarlem.
Het voor de geallieerden zo noodlottige verloop van
de slag om Arnhem is bekend. Zodra het onmiddellijke
gevaar voor de raket-troep, ja voor de hele Duitse oor
logsmachine, was geweken, liepen opnieuw treinen met
de zware projectielen het Leidse station binnen. Bij Den
Haag steeg de V2 weer ten hemel, dag en nacht.
3. Organisatie van de troep. Alvorens wij de geschie
denis van de bij Den Haag opererende V2-troepen ver
der volgen, dienen wij eerst het werk van het „Sonder
kommando” te schetsen.
Hetgeen bij het lanceren van de raketten het meest
de aandacht trok, is, dat de V2-afdeling volkomen
mobiel was. Zij was niet zoals dat met de vliegende
bommen het geval was aan vaste startplaatsen ge
bonden. Een asfaltstraat, een betonnen of stenen weg
dek, ook stevige zandbodem alleen, was alles, dat zij
nodig had. Bij voorkeur kozen de Duitsers bovendien een
plek, omringd door hoog geboomte. Ofschoon men dan
tevens over een natuurlijke camouflage beschikte, was
de voornaamste reden echter, dat enige beschutting
moest worden verkregen tegen plotseling optredende
windstoten, die het direct na de start uiterst langzaam
opstijgende veertien meter lange projectiel gemakkelijk
uit de juiste positie zouden kunnen drukken. Om dezelfde
reden werd nimmer een hooggelegen punt uitgezocht.
In de practijk hebben de Duitsers evenwel een grote
voorliefde voor eenmaal in gebruik genomen startplaat
sen getoond. Zij keerden daar telkens terug, zelfs indien
was gebleken, dat geallieerde vliegtuigen de plek hadden
ontdekt. Het gevolg was, dat de Haagse „Sonderkom
mandos” op slechts ongeveer twintig plaatsen raketten
hebben gelanceerd.