13
RAKETTEN OVER DEN HAAG
gebleken, dat de grond te zacht was. Een groot percen
tage der mislukte starts was een gevolg van een te
slappe bodem. Regen, die de grond doorweekte, bleef
de hardnekkigste vijand van het „Sonderkommando”.
Zo kort mogelijk voor de start werd de raket gevuld.
Tankauto’s reden aan en achtereenvolgens werden de
alcohol, de vloeibare zuurstof en de voor de brandstof-
pompen benodigde waterstof peroxyde en het calcium
permanganaat in de afzonderlijke tanks van het projec
tiel gepompt. In totaal vergde dit twaalf minuten, waar
bij kan worden opgemerkt, dat het opstellen en afvuren
in het geheel negentig minuten in beslag nam. De vloei
bare zuurstof arriveerde uit Duitsland op het station
Staatsspoor en werd daar onder de overkapping in de
tankwagens gepompt. De kleine auto’s met de typische
verschijnselen van ijsvorming op de tanks, snelden
maandenlang door de Haagse straten.
Na het vullen moest de V2 snel worden gelanceerd,
want elke minuut verdampte twee kilo vloeibare zuurstof.
Teneinde bevriezing te beletten, werd de raket op con
stante temperatuur gehouden door een electrisch ver-
warmingssysteem, dat werkte met getransformeerde
stroom, onttrokken aan een in de buurt liggende kabel
van het bestaande net. Nadat het hele personeel zich uit
de omgeving had teruggetrokken, reed tenslotte de zwaar
gepantserde „Feuerleitwagen” naast de raket. Hierin
zat de officier, die electrisch een toorts ontstak om de
gasturbine in werking te stellen. Binnen enkele seconden
overtrof de ontwikkelde druk het gewicht van de raket.
Het projectiel verhief zich van de richttafel en begon
langzaam zijn tocht, die bij razendvlug toenemende snel
heid en versnelling driehonderd seconden later in Londen
moest eindigen.
De sterkte van een „Sonderkommando" bedroeg on-