RAKETTEN OVER DEN HAAG 29 zoek op' Duindigt met machinepistolen neergeschoten. Een hunner, Flip van den Berg, was slechts in de zij gewond, doch voor dood achtergelaten. Hij slaagde er in weg te kruipen en kon na de bevrijding het oorlogs misdrijf reconstrueren. 8. Het einde. Drie dagen na de grote aanval op Den Haag zette de Britse minister voor de Luchtmacht, Sir Archibald Sinclair, in het Lagerhuis uiteen, hoe de R.A.F. niets had nagelaten om de V2-aanvallen te doen verminderen. ,,Wij weten”, zo zei hij, „dat bepaalde gebieden nabij zekere stad of dorp in Nederland voor het afvuren worden gebruikt. Als wij enige eskaders zware bommenwerpers zouden uitsturen om die stad of dat dorp weg te vagen, dan zou hiermee gepaard gaan de vernietiging van de levens en de huizen van honder den of zelfs duizenden Nederlandse bondgenoten, die al zo verschrikkelijk lijden. Daarentegen zouden de mannen, die de raketten lanceren, na het bombardement uit hun diepe schuilplaatsen opduiken om hun snode werk voort te zetten, hetzij elders, hetzij in de geteisterde stad, nadat zij een plek hadden opgeruimd. Dank zij onze aanvallen op opslagcentra, aanvoerwegen, verza melplaatsen van transport-auto’s en verbindingslijnen bleef de omvang van de actie ver beneden die, welke de Duitsers hadden gehoopt te bereiken. De enige me thode om deze verdragende artillerie, zowel de raket als de vliegende bom, tot zwijgen te brengen, is evenwel het bezetten door onze troepen van de plaatsen, waar de wapens worden afgevuurd”. Zo erkende de Britse regering op 6 Maart in het openbaar, dat zij tegen de V2 in feite machteloos was. Wederom drie dagen later gaf veldmaarschalk Sir Ber nard L. Montgomery evenwel zijn troepen order, op 24 Maart de Rijn ten Noorden van het Ruhrgebied te

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1948 | | pagina 41