RUZIE IN DE VEENPOLDER 37 Rijn- Naast deze eerste molen (de z.g. Oude Veenmolen of Boontjesmolen, aan de Haagvliet achter de tegenwoor dige gasfabriek) is al spoedig en tweede gesticht. De polder werd hiertoe in de lengte gescheiden; de „Bink- horstpolder” van de „Veenpolder” afgesplitst. Dat deze Binkhorstmolen (eveneens aan de Vliet) van het jaar 1461 dateert blijkt ons uit enige uitspraken van hoog heemraden van Delfland 4). Hoezeer het hierbij ook gold de ontwatering van de eigenlijke Veenpolder te verbe teren blijkt uit het feit dat tegelijk, in 1462, een ingrij pende verbetering van de Schenkwatering werd ver ordend 5 In deze toestand bleven de Veenpolder en de Bink- horstpolder, beide door hun molen aan de Haagvliet of Trekvliet bemalen, lange tijd. De kaart van Floris Bal thasars, van het begin der zeventiende eeuw, toont ons de situatie ten duidelijkste. Bevredigend was de toestand evenwel niet. In deze langwerpige polders waren de molens op de uiteinden geplaatst en zelfs aan de hogere einden. Men zou ook hier de ervaring opdoen dat het een grote verbetering zou zijn, de ontwatering naar een meer centraal gelegen punt, en zo mogelijk naar een laag punt, te verplaatsen of tenminste aldaar een tweede ontwatering aan te bren gen. De Binkhorstpolder ging het eerst ertoe over. De Veenpolder stichtte zijn tweede molen, de Nieuwe Veenmolen of Bosmolen, in 1656/1657 6). 4) Archief Delfland, no. 3 fol. 54. 5) AIsv., fol. 57. Archief van Delfland no. 4202. L. F. Teixeira' de Mattos (De Waterkeeringen, waterschappen en polders van Zuid-Holland II, 1908, biz. 173) stelt de stichting van de Bosmolen op 1621: in dat jaar is wel vergunning ertoe verleend, maar de feitelijke uit voering volgde eerst in 16561657. Op de grote kaart van land, gepubliceerd 1647, komt de molen dan ook niet voor.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1948 | | pagina 50