RUZIE IN DE VEENPOLDER
38
Deze molen bestaat nog; het is de bekende kloeke
molen nabij het terrein van de Haagse Ijsclub. Hij doet
alleen dienst als hulpbemaling, nadat de Veen- en Bink-
horstpolders, wederom verenigd, een stoomgemaal nabij
de Broeksloot hebben gesticht. Ook de nieuwe molen
van de Binkhorstpolder, de Vliegermolen achter Voor
burg, bestaat nog. De oudste molens aan de Trekvliet
zijn vervallen; de hierlangs gelegen gronden zijn
trouwens ontpolderd. In het algemeen knagen de stads
uitbreidingen van Den Haag en van Voorburg aan het
poldergebied. Hierover te spreken ligt echter evenmin
in ons plan als de behandeling der lozing van de Was-
senaarse „Bloklanden” (tussen het Viaduct en het Bos),
of van het Haagse Bos zelf of van de noordwestelijk
daarvan gelegen complexen.
Voor een kleine gemeenschap als die van de Veen
polder was de stichting van de Bosmolen, met zijn hoge
boezem ter lengte van wel 1 km, een krachtsinspanning.
Te meer waar het credietwezen der lagere openbare
lichamen nog niet ontwikkeld was. In één of enkele jaren
dienden kapitaalsuitgaven als deze door de direct-belang-
hebbenden betaald te worden. De kost moest voor de
baat uitgaan. Inderdaad was een bate te verwachten; de
stukken wéten ons te vertellen hoe tot die tijd de polder
van November tot Mei onder water placht te staan,
ontoegankelijk en onvatbaar voor bemesting of grond
verbetering: één enkele droge winter had aangetoond
welk een nuttig effect een betere beheersing van de
waterstand voor de graslanden en voor de hooilanden
kon hebben. Men moet zich de toestanden voor de geest
halen zoals de jongensboekschrijver P. Louwerse ze in
zijn „Hoe 'Willem advocaat werd” afschilderde: onaf
zienbare winterse watervlakten tussen Den Haag en
Delft, niet dan door smalle kaden en wegen onder-