RUZIE IN DE VEENPOLDER 45 dingen door de hogere organen opgelegd als knellend en kwellend ondervinden. Een verzetshouding ware begrijpelijk. In de te zijnen name uitgegeven geschriften heeft Van Leeuwen deze Cartesiaan, deze natuur rechtelijke positivist zich nooit zo bepaaldelijk tegen de „verkregen rechten” der oude bestuurs- en rechts instellingen uitgelaten als het in de anonieme Erfgrave- like Bedieninge geschiedde. Maar de in dit boek ver kondigde denkbeelden laten zich in zijn voorstellings wereld bij uitstek goed plaatsen. We zien als het ware de vriendenkring Van Leeuwen De la Court Uytenhage de Mist aan het werk, in overtuigde eens gezindheid ten aanzien van de beginselen, verscheiden in de uitwerking al naar ieders specialiteit en omstan digheden. De invloed van de boeken dezer drie vrienden is groot geweest. De heterodoxe meningen door hen verkondigd hebben een blijvend zuurdesem gevormd van oppositionele opvattingen, die in de Hollandse samenleving zijn blijven smeulen en mede hun invloed hebben gehad op de revo lutionaire theorie en practijk van 1795 en later op waterschapsgebied zo goed als elders 12Dat op de vor ming en de formulering dezer meningen een op zichzelf onbelangrijk incident als de ruzie in de Veenpolder mede bepalend kan zijn geweest of, sterker, waarschijnlijk is geweest, dit leek ons een ogenblik van belangstel ling waard. Hier ziet men hoe het toevallige zijn invloed kan hebben op het algemene; maar ook, hoe het inzicht van de bevooroordeelde tijdgenoot aan correctie onder hevig moet zijn. De Bosmolen om daartoe terug te keren heeft 12S. J. Fockema Andreae, Het Hoogheemraadschap van Rijn land (1934), blz 234235. (Ten onrechte is U. d. M. aldaar als Grafelijkheids-rekenmeester aangeduid)

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1948 | | pagina 59