DE GAVE GODS IN DE MALLEMOLEN
DOOR
N. J. C. VAN BREEMEN—KRUYT x)
1)Kern van een lezing door de schrijfster gehouden in de ver
gadering van 7 Febr. 1947 van de Vereeniging „Die Haghe”. De
gegevens waren ontleend aan het Oud-Archief der gemeente
s-Gravenhage, voornamelijk aan dossier no. 1169 van het Wees-
kamerarchief en verder aan enige notariële akten. Voor uitvoeriger
mededelingen over de buurt, die zich in de 17de eeuw bij de Slijp-
of Harnasmolen alias de Mallemolen, ontwikkeld had, zij men ver
wezen naar, het artikel van Dr. P. J. van Breemen in het Jaarboek
„Die Haghe” 1946/47. De Malle Molen heeft gestaan aan de noordzij
van de Javastraat tussen de Balistraat en het gedeelte van de straat
Mallemolen, dat noord van de Javastraat ligt. Oudtijds heette de
gehele weg tussen Vos in Tuinstraat en de bedoelde molen Denne-
weg. De namen Frederikstraat en Mallemolen voor gedeelten van
die weg dagtekenen pas uit de 19de eeuw.
Op de zesde November 1663 stond op de Denneweg
bij de Malle Molen het buurvolk al vroeg in groepjes op
straat. Men stak de hoofden bij elkaar en redeneerde
druk, blijkbaar over een onderwerp, dat aller volle be
langstelling had. De richting, waarin hun blikken telkens
afdwaalden en het punt, waarheen zij bij herhaling we
zen, toonde overtuigend aan, dat hun aandacht geheel
in beslag genomen werd door de herberg van Hendrikje
Tielemans, weduwe van Jan van Cleef. Maar zij bleven
op eerbiedige afstand van dat huis en schuwden blijk
baar het te naderen. De spanning brak enigszins, toen
eindelijk van de kant van Den Haag een deftig heer
schap kwam aanzetten, begeleid door vier mannelijke
personen. Zij richtten hun schreden naar de herberg en
betraden het erf daarvan. Wat had dit alles te beduiden?