51
DE GAVE GODS IN DE MALLE MOLEN
Thielmans
Maddeleen of Machtelt geheten, te krijgen, maar niet
dan na haar verscheidene beloften te hebben gedaan.
Op de 8ste November liet zich nog een ander vrouws
persoon vinden om bij Hendrikje in te trekken; zij heet
te Marie Jacobs en ging op de genoemde datum de vol
gende overeenkomst met de herbergierster aan:
„Wij onderschreven Heijnderickgen Tielemans, we
duwe van zaliger Johan van Clevius, ende Maria Jacobs
verclaren samen te sijn geackordeert, te weten dat Mary
voors. int huijs van de voors. Heijnderickgen sal intrec-
ken voor de somme van vyftich gulden in de ses weecken
ingaende den 8 November 1663 met dese conditiën, dat
Marij de voorn. Heynderickgen in alles getrou sal die
nen in de contagieuse sieckte, ende indien de voors.
Marij kompt te overlijden, dat alsdan wederom een
ander voor de voors. Marij sal commen in haer plaets
voor de selve prijs, mits dat indien de voors. Heijnderick
gen compt te overlyden dat in sulcken gevalle de voorn.
Marija ofte die in haer plaets sal commen te dienen, sal
tevreden wesen met de selve prijs. Aldus gedaen den
8 November 1663 in sGravenhage ter presentie van
Frederick Jaenen ende Antonij van Dijck."
De afspraak met Maddeleen Jans was blijkbaar alleen
mondeling aangegaan, want een dergelijke schriftelijke
overeenkomst als Marie Jacobs voor zich bedongen had,
is niet voorhanden. Maar er is wel een in het voorjaar
van 1664 aan de Weesmeesters gerichte verklaring,
waarin Antonij van Dijck en zijn moeder ten gunste van
Maddeleen in de bres springen.
„Wij ondergeschr., Catlijn van Leeuwen ende
Anthonij van Dijck, desselffs soon, verclaere sulcx
wijluijden sijn doende bij desen, ten versoecke van Mad-
leen Jans, hoe waer is, ten tijde soo wanneer Thielman
Thielmans was overleden Heijndrickge Tielmans alsdoen