DE GAVE GODS IN DE MALLE MOLEN
52
liet haelen de voorn. Maddeleen Jans ende haer ver-
scheijde belofte dede, voor de huijsinge van haer, Hen-
drickge Tielmans, dat indien de voorn. Madleen Jans
begeerde intecomen ende haer in haerluijden droeffheijt
assisteren, sij haer het eene entandere te willen maecken,
ende also sij, Maddaleen Jans, het selffde refuseerde,
alsdoen de voorn. Heijndrickge Thielmans sijde: mijn
broeder is daer nu overleden, ick ben soo bedroeft, ick en
hebbe egeen help, wij sijn machteloos, comt dan maer in
en helpt mijn broer kiste, ick sal u, Machtelt, geven een
borstrock vant rouwlaken; waerop sij Machtelt haere
(Heijndrickges) miserie insiende is in huijs getreden,
ende heeft helpen kisten de voorn. Thielman, ende oock
eenige dagen daer naer op het versoeck van den depo
sant, Anthonij van Dijck, sij voorn. Machtelt, Heijn
drickge Tielmans mede heeft helpen kisten, presente
rende tselve te willen verclaren. Actum Hage den
13den Meij 1664. Noch verclaren wij bovengeschr.
getuijgen, dat Marij Jacops mede van de selve Heijn
drickge Tielmans als vooren gemaect is een gelijcke
borstrock van het voors. laecken, omme redenen ver-
haelt. Datum uts.” 4).
Ten slotte komt er nog een derde vrouw, met name
Lijsbet Pieters van Renen uit Utrecht, ten tonele, die
door Hendrikje overgehaald werd om bij haar in huis
te trekken en haar in haar „zwarigheid” bij te staan.
Evenmin als bij Maddaleen was deze afspraak dadelijk
in een schriftelijke overeenkomst vastgelegd, maar ze
staat in een verklaring, die na de dood van Hendrikje
Tielemans door enige personen afgelegd is.
„Wij ondergeschreven verclaren onder onse handt, dat
wij verscheijden reijsen hebben gehoort dat Hendrickgen
Tielemans heeft geseijt tegens Lysbeth Pieters van
4) Uts ut supra als boven.