DE GAVE GODS IN DE MALLE MOLEN 54 B) Zoveel als grossier in bieren. 6) Off indien. 7) Na de dood harer eigen kinderen had zij tot haar erfgenaam bestemd het kind van haar zuster, de weduwe Caron. hij in verband met het redderen van de boedel een be paalde opdracht verkregen had. Hij maakt dan eerst een staat van de boedel: „Inventaris van de roerende goede ren in de huysinge ende toebehoorende Heynderickjen Thielmans weduwe van za. ged. Johan Clavius opge schreven op den 12den November 1663 uijt den mont van den seïve voorn. Heijndericktjen woonende aen den Dennewech over de vervalle slijpmolen resorterende on der den gerechte van ’s Gravenhage.” De opsomming der goederen beëindigd hebbende schrijft hij dan verder: „Voort seijde sij tegens mijn, ick hebbe mijn gout ende silver al bij tyts uyt den huys gebracht tot mijn biersteecker 5) monsüer van Winden op de Bierkaij om off 6) ick vreemde luijden in mijn huijs quam te krijgen, dat het beste naementlick gout ende silver daer bewaert soude mogen sijn, tot voordeel vant weeskint 7), en ondertusschen mocht het genomen werden, eerlicke luijden sullen het niet doen, maer niet wetende wat hoeren en dieven sijn, wat dunckt u, heb ick daer niet wel aen gedaen, daer op ick seyde: Jae, voor weesen en weduwen behoort men te sorgen, daerop sij wederom seijde: Voort en ben ick niet gehouden mijn kisten noch kassen, rijckdom noch armoede bij mijn leven en gesont synde aen iemant bekent te maecken. Wij sullen dit nu hier bij laeten blijven, totdat ick u off eenige predicanten wederom ontbie: de predicanten sul len oock wel bij mijn comen; die souden mijn soo hert niet aen spreecken als ghij doet. Ick heb elck het heur gegeven en niemant en is in mijn huijs vernacht om eenige vuijlicheyt te bedrijven. Is iemant tot mynent bij

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1948 | | pagina 68