DE GAVE GODS IN DE MALLE MOLEN
61
die operatie had haar lamheid in de armen bezorgd,
zoals men uit de inhoud van het rekest schijnt te mogen
afleiden. Hier volgt het:
„Looff Godt boven al.
aen de Heere
Een versoeck van Lysbet Pijters die graef Hendryck on-
boden heeft van Uijter Utrecht) om haer by te
staen in haer swarycheyt twelck sy gedaen heeft twaelf
weeken dewelcke daer mede verdyent daeghs een gul
den de somme vyerentaggent gulden ende doir dewelcke
Godt mijn met de swarijcheyt besocht heeft ende mijn
gesontheyt daer mede verlooren hebbe, ende de Heeren
hebben mijn op de twaelf weken laten weeten als dat ick
daer uijt soude gaen ende twelck ick gedaen hebbe ende
hebben naeder hant groote armoede gheleden want ick
niet een duyt hebbe kannen verdyenen want mijn armen
lam sijn ende soo de Heere belyef mijn met den eer
sten 15mijn geit te geven, want ick groote armoede lij
ende mijn slaepvrou mijn niet langer borghen en kan,
want ick haer twijntijch gulden schuldich ben ende doe
Kadteryn van Leeuwen 16op het stathuijs quam ende
versocht aen de heere ende de heeren gaeven tot ant-
woort als dat ick in een slaepste soude gaen legen totter-
tijt toe dat men boelhuijs hijel dan sou men haer wel
tevreden stellen metmet mijn Lysbet Pijeters.”
Toen dan eindelijk boelhuis gehouden was, gaven de
weesmeesters aan de vendumeester Bock opdracht aan
Lijsbet Pieters een som van 60 ponden (gulden) uit te
betalen in voldoening van al hetgeen zij voor gedane
diensten als anderszins, niets uitgezonderd, ten laste van
15Met den eersten zo spoedig mogelijk.
18) De moeder van Anthonij van Dijck, als weduwe getrouwd
met Jan van Leeuwen.